Een marktgerichte duurzame aardappelteelt is één van de pijlers van de nieuwe Avebe-strategie. De doelen staan zwart op wit: 10 procent meer zetmeel per hectare en 10 procent minder milieubelasting. Ofwel: een hogere opbrengst per hectare met minder input. Het eigen kweekbedrijf van Avebe, Averis in Valthermond, is daar voortdurend mee bezig.
DUURZAME TEELT BEGINT MET
EEN RESISTENTER RAS
Het ras Avito heeft een versterkte resistentie tegen phytophthora. “Dat past perfect bij de nieuwe strategie”, zegt veredelaar Paul Heeres. "Een gewas dat minder gevoelig is voor deze schimmelziekte heeft minder chemische gewasbescherming nodig. Dat betekent minder milieubelasting en een mooie kostenbesparing. In de reguliere zetmeelteelt voeren we tot wel vijftien bespuitingen uit, bij Avito zijn drie of vier bespuitingen voldoende.”
Avito
Naast phytophthora krijgen ook wratziekte en aardappelmoeheid aandacht in het kweekprogramma. Het is een zoektocht, waarbij de ziektes nooit definitief worden verslagen. De natuur is namelijk weerbarstig, de ziekteverwekkers zijn in staat zich aan te passen en de resistenties te doorbreken. Veredelaar Jasper Tammes: “Dat is ook waarom we adviseren om bijvoorbeeld Avito wel een aantal keren te bespuiten.”
Weerbarstige natuur
Merkertechnologie heeft in de afgelopen jaren de ontwikkeling van rassen met nieuwe resistentiekenmerken een boost gegeven. Met een merker kan de aanwezigheid worden aangetoond van een stukje DNA waarvan bekend is welke eigenschap deze vertegenwoordigt. Als een merker eenmaal is ontwikkeld, is een DNA-test voldoende om te bepalen of een plant een bepaalde eigenschap heeft; bijvoorbeeld resistentie tegen phytophthora. Dat levert enorme tijdwinst op in het kweekproces.
Resistenties stapelen
Nu nog wordt het DNA-onderzoek vooral ingezet voor selectie op resistentie-eigenschappen. Maar deze technologie kan ook de veredeling op opbrengsteigenschappen een extra impuls geven, voorziet veredelaar Jasper Tammes. Dat staat nu nog in de kinderschoenen, omdat merkers voor zetmeelopbrengst ingewikkelder zijn. “Bij resistentie gaat het in veel gevallen om een enkelvoudige eigenschap die is gekoppeld aan één gen. Die zit erin of niet. Maar zetmeelopbrengst is een kwantitatieve eigenschap. Die wordt bepaald door een samenspel van verschillende eigenschappen. Dat is veel ingewikkelder om te vertalen naar een DNA-profiel en test, maar ik verwacht dat we in de komende vijf jaar stappen kunnen zetten.”
Merkers voor opbrengsteigenschappen
Nog verder in de toekomst kunnen kwekers gericht zoeken naar heel specifieke eigenschappen, aldus Paul Heeres. “We kijken nu vooral naar zetmeel en eiwit. Maar er zitten veel meer waardevolle stoffen in aardappelen, bijvoorbeeld bepaalde aminozuren. Daarnaast heb je ook stoffen die je juist wilt uitsluiten, zoals alkaloïden. Wij zijn met onze collega’s van Innovations in gesprek over nieuwe toepassingen op basis van bepaalde inhoudsstoffen, zodat wij als kwekers daarvoor de beste rassen kunnen ontwikkelen. Breeding by design. Dat is nu nog een brug te ver, maar over een jaar of 15 kunnen we veel meer.”
Breeding by design
DUURZAME TEELT BEGINT MET EEN RESISTENTER RAS
Een marktgerichte duurzame aardappelteelt is één van de pijlers van de nieuwe Avebe-strategie. De doelen staan zwart op wit: 10 procent meer zetmeel per hectare en 10 procent minder milieubelasting. Ofwel: een hogere opbrengst per hectare met minder input. Het eigen kweekbedrijf van Avebe, Averis in Valthermond, is daar voortdurend mee bezig.
Avito
Het ras Avito heeft een versterkte resistentie tegen phytophthora. “Dat past perfect bij de nieuwe strategie”, zegt veredelaar Paul Heeres. "Een gewas dat minder gevoelig is voor deze schimmelziekte heeft minder chemische gewasbescherming nodig. Dat betekent minder milieubelasting en een mooie kostenbesparing. In de reguliere zetmeelteelt voeren we tot wel vijftien bespuitingen uit, bij Avito zijn drie of vier bespuitingen voldoende.”
Weerbarstige natuur
Naast phytophthora krijgen ook wratziekte en aardappelmoeheid aandacht in het kweekprogramma. Het is een zoektocht, waarbij de ziektes nooit definitief worden verslagen. De natuur is namelijk weerbarstig, de ziekteverwekkers zijn in staat zich aan te passen en de resistenties te doorbreken. Veredelaar Jasper Tammes: “Dat is ook waarom we adviseren om bijvoorbeeld Avito wel een aantal keren te bespuiten.”
Resistenties stapelen
Merkertechnologie heeft in de afgelopen jaren de ontwikkeling van rassen met nieuwe resistentiekenmerken een boost gegeven. Met een merker kan de aanwezigheid worden aangetoond van een stukje DNA waarvan bekend is welke eigenschap deze vertegenwoordigt. Als een merker eenmaal is ontwikkeld, is een DNA-test voldoende om te bepalen of een plant een bepaalde eigenschap heeft; bijvoorbeeld resistentie tegen phytophthora. Dat levert enorme tijdwinst op in het kweekproces.
Merkers voor opbrengsteigenschappen
Nu nog wordt het DNA-onderzoek vooral ingezet voor selectie op resistentie-eigenschappen. Maar deze technologie kan ook de veredeling op opbrengsteigenschappen een extra impuls geven, voorziet veredelaar Jasper Tammes. Dat staat nu nog in de kinderschoenen, omdat merkers voor zetmeelopbrengst ingewikkelder zijn. “Bij resistentie gaat het in veel gevallen om een enkelvoudige eigenschap die is gekoppeld aan één gen. Die zit erin of niet. Maar zetmeelopbrengst is een kwantitatieve eigenschap. Die wordt bepaald door een samenspel van verschillende eigenschappen. Dat is veel ingewikkelder om te vertalen naar een DNA-profiel en test, maar ik verwacht dat we in de komende vijf jaar stappen kunnen zetten.”
Breeding by design
Nog verder in de toekomst kunnen kwekers gericht zoeken naar heel specifieke eigenschappen, aldus Paul Heeres. “We kijken nu vooral naar zetmeel en eiwit. Maar er zitten veel meer waardevolle stoffen in aardappelen, bijvoorbeeld bepaalde aminozuren. Daarnaast heb je ook stoffen die je juist wilt uitsluiten, zoals alkaloïden. Wij zijn met onze collega’s van Innovations in gesprek over nieuwe toepassingen op basis van bepaalde inhoudsstoffen, zodat wij als kwekers daarvoor de beste rassen kunnen ontwikkelen. Breeding by design. Dat is nu nog een brug te ver, maar over een jaar of 15 kunnen we veel meer.”